Peter la Serpe bezorgde zijn maatje Jesse R. levenslang

Peter la Serpe bezorgde zijn maatje Jesse R. levenslang

De overvaller Peter La Serpe keerde zich als kroongetuige tegen zijn voormalige vriend Jesse Remmers. In het grote liquidatieproces Passage kreeg Jesse Remmers levenslang, vooral op basis van de getuigenis van La Serpe.

(Beeld: Hendrik-Jan Korterink)

‘In 1993 of 1994 heb ik in de gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht Jesse Remmers leren kennen. Wij zaten daar beiden in detentie. Ik voor overvallen, net als hij, en hij ook voor een schietpartij op een politieagent.’ Aldus Peter La Serpe in zijn allereerste geheime ‘kluisverklaring’.

In augustus 2006 hakte hij de knoop door. Hij liep over naar justitie, na een lange carrière als gewelddadige crimineel, met overvloedig drank- en drugsgebruik.

Remmers en La Serpe hadden op het Wolvenplein anderhalf jaar naast elkaar op cel doorgebracht en eenmaal buiten, vanaf 1999 tot 2006, werden ze onafscheidelijk. La Serpe zei alles over Remmers te willen onthullen – en daarmee over een reeks onopgeloste onderwereldmoorden. Het moest een klapper worden voor het Openbaar Ministerie. Peter La Serpe vertelde over moorden in 1993 bij het Mercure Hotel in Amsterdam, dubbele moorden bij Ouderkerk aan de Amstel, in Antwerpen, en nog veel meer.

La Serpe: ’Ik vroeg aan Jesse dingen als hoe het was om iemand dood te schieten.’ Peter deed het voorkomen alsof Jesse degene was die opdrachten kreeg van hogerhand, waar hij dan ook bij betrokken werd. Daarover – en over het waarheidsgehalte van het gehele relaas – zaaiden getuigen de nodige twijfel. La Serpe droeg veel belastende en controleerbare feiten aan. maar juist over de enige moord waar hij zelf bij was geweest, die op Kees Houtman, kwam hij met een warrig en deels aantoonbaar onjuist verhaal. Zijn verhaal strookte niet met dat van getuigen ter plaatse. Hij wist ook niet meer waar de hulzen uit zijn Kalashnikov gebleven waren, nadat hij had geschoten.

En pleegde hij niet meer moorden? Vier getuigen suggereren dat La Serpe in 2002 zelf drugshandelaar Gerrie Bethlehem doodschoot in een loods in IJsselstein. ‘Er zitten alleen nog wat bloedspatten op de muur’, had Peter La S. grappenderwijs opgemerkt na het schoonmaken, zo zei Jesse Remmers tegen de rechtbank. De moord op Bethlehem heeft de politie nooit opgelost.

Het viel advocaat Bénédicte Ficq op dat La Serpe ‘op geen enkel moment maar een sprankje berouw toonde’ over de moord op Kees Houtman, waar hij een flink pak geld voor kreeg. Hij wist dat deze moord zich af zou spelen voor de ogen van Houtmans vrouw en kind. Op Kerstavond 2005, ruim een maand na de moord, stak hij zich in een duur pak, reed rond in een grote Mercedes en verklaarde tegen zijn vriendin dat ‘zijn leven in balans’ was.

Ficq probeerde de rechtbank ervan te overtuigen dat La Serpe op een psychopathische stoornis zou moeten worden onderzocht. Ze herkende in hem egocentrisme, een opgeblazen gevoel van eigenwaarde, ontbreken van schuldgevoel, leugenachtigheid en een manipulatieve aard. De rechtbank wees dat af. Ze vond wel dat La Serpes verklaringen op sommige punten ongeloofwaardig waren, maar niettemin bruikbaar als bewijs.

La Serpe is ondergedoken in het buitenland. De Staat gaf hem een renteloze lening van 600.000 euro voor het starten van een bedrijf, en een bedrag van 800.000 euro als ‘garantie inkomen’ en om zijn veiligheid te bekostigen. De lening dient na 25 jaar in één keer te worden terugbetaald. La Serpe’s voormalige maat Jesse Remmers werd op basis van zijn getuigenis tot levenslang veroordeeld, net als drie anderen in de zaak Passage, waaronder Dino Soerel.