Ferenc J. krijgt acht jaar cel

De rechtbank van Rotterdam heeft vrijdag in een grote cocaïnezaak 8 en 4,5 jaar cel opgelegd aan Ferenc J. (43) en Erik B.. De rechtbank achtte bewezen dat zij met anderen een criminele organisatie vormden die wereldwijd in cocaïne handelde en bovendien criminele winsten witwaste. Zes van in totaal negen verdachten kregen celstraffen.

Beroepscrimineel

Tegen J. had het de officier van justitie van het landelijk parket 10 jaar cel geëist. Volgens de rechtbank doemde uit het dossier het beeld op van een man die uitsluitend in zijn onderhoud voorziet door het plegen van criminele activiteiten: 'Anders gezegd een beroepscrimineel.' De verdachten waren onder meer betrokken bij een grote partij cocaïne in Peru en bereidden ook andere coke- en metamfetamine-transporten voor, aldus de rechtbank.

Afpersing

Zowel B. als J. komen voor in het grote Briard-onderzoek naar vermeende afpersing door onder meer Donald G. en Hells Angel Harry S. die in een slepende rechtszaak terechtstaan voor de Rotterdamse rechtbank. G. en S. zouden ook de twee veroordeelde coke-handelaren hebben afgeperst. Die vermeende slachtoffers hebben dat overigens ontkend.

Piet

Het onderzoek tegen B. en J. vertoont ook een raakvlak met één van de cokesmokkel-zaken waarvan de Surinamer Piet W. wordt verdacht: de 1017 kilo die op 2 januari 2010 in Rotterdam is gevonden in een container met whiskey.