Wie schoot eerst bij dodelijke ripdeal Utrecht?

De rechtbank in Utrecht gaat zich de komende weken buigen over de vraag wie nou als eerste de trekker heeft overgehaald bij de dodelijke ripdeal in Utrecht Overvecht op 15 juli 2012. De drie verdachten die betrokken waren bij de schietpartij beroepen zich allemaal op noodweer dan wel noodweerexces. Dat bleek uit de zitting die dinsdag verder ging met het pleidooi van de drie advocaten namens de verdachten. Tegen de hoofdverdachte eiste het OM vrijdag een celstraf van 14 jaar.

Door @Michael de Hoogh

Volgens Mr. Jan-Hein Kuijpers (foto rechts), de advocaat van de 32-jarige hoofdverdachte Ghoulam A., een abnormaal hoge strafeis van het Openbaar Ministerie (OM). ‘Ik heb het hele weekend last van hoofdpijn gehad door deze zaak’, zei Kuijpers dinsdag in de rechtbank in Utrecht, ‘een flinke celstraf voor dit ventje zonder strafblad.’ De bekende strafpleiter kon het nog steeds niet geloven.

Waar gaat het over in deze zaak? Op 15 juli 2012 reizen drie Amsterdammers met de auto naar de Falklanddreef in Utrecht voor een drugsdeal met vier Marokkanen. De deal loopt in een flatwoning uit de hand als een van de Amsterdammers een wapen trekt en de vermoedelijke vijftien kilo hasj wil rippen. Eenmaal buiten de flat, ontstaat er een schietpartij waarbij een 20-jarige Amsterdammer wordt gedood. De schutter is de 32-jarige Ghoulam A. De twee mannen uit onze hoofdstad die de schietpartij overleven zijn Cayasso S. (22) en Elton R. (25). Deze twee worden onder meer verdacht van poging tot doodslag en het medeplegen van poging tot doodslag.

Noodweer(exces)

Deze drie mannen staan terecht voor onder meer de schietpartij. A. bekent dat hij heeft geschoten op de Amsterdammers, maar zegt dat te hebben gedaan uit nood. Hij werd naar eigen zeggen eerst beschoten door R. waarop hij niet anders kon dan terug schieten. Het bleek een dodelijk schot te zijn, want een 20-jarige man overleed ter plaatsen aan zijn verwondingen. ‘Mijn cliënt had niet de intentie om te schieten. Hij heeft niet voor niets eerst geroepen dat de Amsterdammers moesten gaan liggen’, zegt Kuijpers. De strafpleiter doelt daarmee op de situatie buiten de flat. Toen S. en R. de flat uitkwamen, stond A. buiten te wachten en riep met getrokken pistool: ‘Ga liggen, ga liggen.’

Culpa in causa

Volgens de officier van justitie is van noodweer(exces) in dit geval geen sprake, bij geen van de drie verdachten. De verdachten hadden vooraf kunnen weten in welke situatie ze terecht zouden komen. Ze waren immers van plan om de Marokkanen te rippen en zorgden ervoor dat ze twee wapens meenamen naar Utrecht. Het beroep op noodweer wordt dus weggeredeneerd door de zogenoemde culpa in causa. En A., die buiten stond te wachten, heeft volgens het OM als eerst geschoten, dus ook geen noodweer.

De advocaten van de twee Amsterdammers vinden de zogenoemde culpa in causa in deze zaak niet gepast. De ripdeal was immers al afgesloten in de flat. Buiten ontstond er een nieuwe situatie waarbij de drie Amsterdammers onder vuur werden genomen en dus zou zelfverdediging op z’n plaats zijn, vindt de verdediging.

Harde knallen

Wie schoot er nou als eerst? Volgens verdachte A. was het R. die als eerste een schot loste en daarmee A. ook verwondde aan zijn been. Verschillende getuigen zeggen dat het zo ging, maar er zijn ook getuigen die juist weer iets anders verklaren. Veel getuigen met verschillende verklaringen dus. Het is een feit dat A. een zwaarder kaliber wapen bij zich had dan de Amsterdammers. En er zou eerst een doffe knal zijn gehoord en vervolgens een hardere knal. Dat zou erop wijzen dat R. als eerste heeft geschoten en dat A. uit nood daarop heeft gereageerd. Maar het is de vraag of deze getuigen het goed hebben gehoord. Volgens de advocaat van R. moeilijk te toetsen vanwege de omgeving en de hoogte van de flat.

Er zijn wel wat sporen van de schietpartij gevonden aan de Falklanddreef maar daaruit kan geen conclusie worden getrokken wie er nou als eerste heeft geschoten. De overtuiging van de rechtbank zal de doorslag moeten geven in deze zaak. Uitspraak op 16 mei.

Lees ook:

Forse strafeisen na dodelijke ripdeal