Onderzoekt OM bron van journalisten?

De gang van zaken rond het lekken van informatie uit het overleg van de Haagse driehoek tussen hoofdofficier, korpschef en burgemeester Jozias van Aartsen lijkt zonneklaar. Vaststaat dat er is gelekt en ook dat deze informatie in het Algemeen Dagblad is verschenen. En ook staat vast dat er door zeker één van de deelnemers ernstige strafbare feiten zijn gepleegd: schending van ambtsgeheim. 

Het parket in Rotterdam kan er niet omheen: het móet haast wel strafrechtelijke vervolging instellen.

Maar wie heeft er gelekt naar de journalisten van het Algemeen Dagblad?

De burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen, zou de hoofdverdachte zijn. Er is immers een zeer vertrouwelijke brief van hem aan het ministerie van Binnenlandse Zaken met zeer gevoelige persoonsgegevens (van de niet verdachte Chrisna N.) bij het Algemeen Dagblad terechtgekomen. 

Het aantal deelnemers aan dit zeer vertrouwelijke overleg is zeer klein, zeker gezien het diplomatiek en politiek brisante onderwerp: de inval in de residentie van de hoogste Surinaamse diplomaat in Nederland. Misschien waren er in totaal zes of zeven deelnemers, als iedere participant in de driehoek een rechterhand mee heeft genomen. 

Als er strafrechtelijk onderzoek komt dan zouden de betrokken AD-journalisten verdacht kunnen zijn van witwassen, heling en zelfs schending van ambtsgeheim. Dat laatste feit is “overdraagbaar”, als zij hadden kunnen weten dat de informatie uit schending van ambtsgeheim afkomstig was. 

Ook de advocaten van het Algemeen Dagblad kunnen verdachte zijn omdat zij gelekte informatie uit het HKS-systeem van de politie hebben ingebracht als bewijsmiddel in een kort geding tegen de krant, dat was aangespannen door de man over wie die informatie handelde. Daarmee hebben ze met opzet ambtsgeheime informatie openbaar gemaakt.

Na de aangifte, van afgelopen september, begint het tijd te worden voor een beslissing door de officier van justitie in Rotterdam. 

De zaak is ernstig genoeg. Lekken van informatie neemt het Openbaar Ministerie doorgaans hoog op, zo is de afgelopen jaren gebleken in diverse zaken tegen AIVD-medewerkers en een rechercheur van politie in Amsterdam. 

Pijnlijke vraag in dit verhaal is: heeft de officier van justitie opdracht gegeven om een telecom-analyse te doen bij de betrokken journalisten. Simpel gezegd: het opvragen van de printgegevens. Nog simpeler: met welke ambtenaren hebben de AD-journalisten wanneer contact gehad?  

Dat ligt zeer gevoelig in de journalistiek, in verband met de bronbescherming van de journalisten. Het is één keer eerder gebeurd: in het onderzoek naar lekken van geheime politiegegevens door de vermeende “Pet” naar het criminele milieu.

Inmiddels zijn vier maanden verstreken. Het wordt het tijd om de balans op te maken voor de Rotterdamse officier van justitie. Die kan pijnlijk zijn voor de burgemeester van Den Haag of zijn raadgevers. Ook voor de journalistiek: heeft justitie onderzoek laten doen naar de bron van journalisten? 

Het probleem van justitie is: het staat vast dat er is gelekt uit de driehoek en dus strafbare feioten zijn gepleegd en ook dat die informatie naar journalsten van het Algemeen Dagblad is gegaan. 

Zie over de inval bij de tijdelijk zaakgelastigde van Suriname:

Rel Surinaamse diplomaat gesust (UPDATE)