Seriemoordenaars in Nederland

Zijn er seriemoordenaars in Nederland? Jawel, in de recente geschiedenis zijn er meer dan 20 aan het werk geweest, als we de definitie van de FBI hanteren. Dat blijkt uit het boek Seriemoordenaars in Nederland, door het duo Schippers & Jans, dat op 4 juni bij Uitgeverij Crimesite verschijnt. 

De auteurs reconstrueren in beeldende taal de persoonlijkheden en de daden van bijvoorbeeld Frans Hooijmaijers, alias de spuitreus. Hooijmaijers werd in de jaren zeventig veroordeeld voor vijf zaken, maar verdacht van meer dan 250 moorden. Verder aandacht het Beest van Harkstede, de Beul van Twente en de Mooie Maniak.

Donald Duck

Eén van de meest dramatische verhalen handelt over de Amsterdamse Donald Duck-colporteur Gerard Spruit, in de jaren zeventig:

Maar Spruit leidt al die jaren een dubbelleven. Hij gebruikt zijn werk als colporteur om in contact te komen met jongetjes. Zijn gemotoriseerde bakfiets, waarop prominent ‘Donald Duck’ staat, is een aantrekkelijk object voor kinderen. Er zijn er altijd wel een paar die willen helpen met bezorgen. ‘Als het jongetjes waren, mocht het’, verklaart hij later tijdens zijn proces. In de donkere trapportieken gebeurde het dan. ‘Soms hadden ze het zelf niet eens in de gaten. Ik deed net alsof ik op de bel drukte en als we dan stonden te wachten, streelde ik zo’n jongetje een beetje in zijn nek of onder zijn shirt. Dat vond ik erg opwindend. Sommige jongetjes vonden het wel spannend. Dan mocht ik in ruil voor een paar Donald Ducks of wat kleingeld een beetje verder gaan.’

Blauwe wasmand

Maar het seksueel misbruik ontwikkelt tot moordlust. Spruit vermoordt twee kinderen:

Na de moord stopt Gerard Spruit het lichaam van Heleentje in de blauwe wasmand. Hij denkt na. Hij moet zijn wijk nog afmaken. Hij rijdt zo snel mogelijk naar Zuid en bezorgt in hoog tempo de overgebleven tijdschriften. Dan gaat hij weer terug naar Osdorp. Hij zet de wasmand met Heleentje in zijn Mercedes en rijdt rond, op zoek naar een plek om het lichaam te verstoppen. Spruit belandt in Amsterdam-Noord. In sportpark Elzenhagen legt hij het kind in de struiken en rijdt hij weg. Onderweg ziet hij dat de kleertjes van Heleentje nog in zijn auto liggen. Hij stopt bij de brug op de Klaprozenweg en gooit de spullen over de leuning. Ze vallen echter niet in het water, maar blijven haken aan een pijler. De bladenman schrikt maar durft niet naar beneden te klimmen, bang dat hij betrapt wordt. Vervolgens rijdt Spruit naar het huis van zijn stiefdochter Birgit in Amsterdam-West, waar hij met haar man een paar biertjes drinkt en tv kijkt. Er is niets bijzonders aan hem te merken.

De auteurs besteden veel aandacht aan de in hun jeugd gekwetste en verwrongen persoonlijkheden van de moordenaars. Ze gaan op zoek naar de motieven en beweegredenen van de moordenaars, spitten in hun verleden en ploegden meters archief door.

Lieve jongen

Gerard Spruit zou nooit meer uit de inrichting komen. Zijn behoefte aan liefde en zijn menselijke gevoelens konden zijn moordlust niet keren. Aan de ouders van één van zijn slachtoffertjes schreef hij vanuit de gevangenis een briefje:

Geachte mevrouw,
Bij deze mijne oprechte deelneming met U zoon.
Het kost mij moeite om u te schrijfen maar mijn geweten geef dat aan.
Ik ben de moordenaar en ik heb er o zo spijt van.
Het was zo’n lieve jongen.

Seriemoordenaars in Nederland: 17,95